Paragrafen

Paragraaf 4 Financiering

Indicatoren

Om vooral de financieringsrisico’s (renterisico’s) te beperken, zijn in de Wet Fido twee instrumenten genoemd: de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Daarnaast is met het schatkistbankieren een drempelbedrag bepaald.

Renterisiconorm

Het doel van de renterisiconorm is om tot een spreiding binnen de langlopende lening-portefeuille te komen, waardoor het renterisico wordt beperkt. De jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal (van de totale lasten) met een aangehouden minimum van € 2,5 miljoen.

De jaarlijks verplichte aflossingen van de reeds aangetrokken leningen vallen ruim binnen de gestelde norm. De aangetrokken leningen hebben een vast afgesproken rentepercentage voor de gehele looptijd, renteherziening is hierop niet van toepassing. Uit onderstaand overzicht blijkt wat de gemeente de komende jaren mag aflossen aan vaste geldleningen binnen de gestelde normen.

Berekening renterisiconorm

Jaar:

Percentage:

Begrotingstotaal

Renterisiconorm

Aflossingen

2023

20%

72.000.000

14.400.000

827.000

2024

20%

69.000.000

13.800.000

827.000

2025

20%

71.000.000

14.200.000

827.000

2026

20%

68.000.000

13.600.000

827.000

Kasgeldlimiet
Het doel van de kasgeldlimiet is om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. Gemeenten mogen hun financieringsbehoeften slechts voor een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) financieren. In de wet Fido is bepaald dat de gemiddelde netto vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar) per kwartaal de kasgeldlimiet niet mag overschrijden. De norm is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Per kwartaal wordt de ontwikkeling van de vlottende middelen in relatie tot de toegestane kasgeldlimiet intern getoetst. De gemeente Neder-Betuwe heeft op dit moment geen schulden met een looptijd korter dan een jaar (kort geld).

Berekening kasgeldlimiet

Jaar:

Percentage:

Begrotingstotaal

Kasgeldlimiet

2023

8,5%

72.000.000

6.120.000

2024

8,5%

69.000.000

5.865.000

2025

8,5%

71.000.000

6.035.000

2026

8,5%

68.000.000

5.780.000

In het geval dat de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de overschrijding worden omgezet van schuld in rekening-courant naar langlopende schuld. Dit kan door het aantrekken van een geldlening met een looptijd langer dan een jaar. Het streven van de gemeente Neder-Betuwe is erop gericht om binnen de kasgeldlimiet een deel van de financieringsbehoefte te dekken. Dit doen we door zoveel mogelijk gebruik te maken van de ruimte binnen het verstrekte rekening-courantkrediet. Voor 2023 bedraagt dit € 2,25 miljoen van de huisbankier, de Bank Nederlandse Gemeenten. Het is toegestaan om twee kwartalen de kasgeldlimiet te overschrijden.  Bij een blijvende overschrijding na twee kwartalen moet overgegaan worden op langlopende financieringsmiddelen, tenzij er in de derde kwartaal de nodige middelen worden ontvangen waardoor weer binnen de kasgeldlimiet wordt gebleven.

Drempelbedrag schatkistbankieren
De lagere overheden zijn verplicht overtollige middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën (schatkist). Om het dagelijkse kasbeheer doelmatig uit te kunnen voeren, is een drempelbedrag bepaald dat buiten de schatkist mag worden gehouden.
Het drempelbedrag voor overheden met een begrotingstotaal kleiner dan of gelijk aan € 500 miljoen is 2% van het begrotingstotaal, waarbij het drempelbedrag minimaal € 1 miljoen bedraagt. Dit betekent dat wij in 2023 een positief rekening-courantsaldo bij de banken mogen hebben van € 1 miljoen, al het meerdere wordt dagelijks naar de schatkist overgemaakt.

Deze pagina is gebouwd op 10/17/2022 16:10:08 met de export van 10/17/2022 15:56:04