Financieringspositie
Om de financieringsbehoefte te bepalen, wordt gekeken in welke mate de boekwaarde van de vaste activa en de bouwgronden in exploitaties worden gefinancierd met eigen vermogen (reserves) en lang vreemd vermogen (voorzieningen en langlopende leningen).
Het verwachte financieringstekort/-overschot
Jaar: | Financieringstekort: | Financieringsoverschot: | |
---|---|---|---|
2023 | 28.000.000 | 0 | |
2024 | 38.000.000 | 0 | |
2025 | 43.000.000 | 0 | |
2026 | 44.000.000 | 0 |
Op grond van de ontwikkeling van de financieringsbehoefte voor de komende begrotingsjaren, de huidige liquiditeitspositie (van directe beschikbare geldmiddelen) en ervaringen met het realiseren van verwacht nieuw beleid wordt ingeschat, dat in 2023 voor de financiering een beroep wordt gedaan op de kapitaalmarkt. De gemeente mag een deel van haar financieringsbehoefte opvangen binnen de kasgeldlimiet. Maar het financieringstekort vanaf 2023 is te groot om in zijn geheel met kasgeld te financieren. Op basis van de huidige vooruitblik wordt in de loop van 2023 vanwege het oplopende financieringstekort een beroep gedaan op de kapitaalmarkt.
Naar verwachting zal in 2023 één of meerdere langlopende geldleningen moeten worden afgesloten van minimaal € 22 miljoen. In 2024 zijn langlopende geldleningen nodig van € 10 miljoen en in 2025 van € 5 miljoen. Voor jaar 2026 zal dit een lening zijn van € 2 miljoen. Met de rentelasten hiervan is in deze begroting rekening gehouden. Dit betreft echter een momentopname ten tijde van het opmaken van deze begroting. Hierbij is rekening gehouden met de boekwaarden van de activa, de eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen), de vaste opgenomen geldleningen gedurende het begrotingsjaar 2023 en de meerjarenraming.
De ontwikkelingen in de financieringsbehoefte worden gedurende het begrotingsjaar nauwlettend gevolgd.