Home

Algemeen

Aan de raad van de gemeente Neder-Betuwe,

Hierbij bieden wij u de Begroting 2023 en Meerjarenraming 2024-2026 aan. Deze begroting is het eerste planning en controldocument waarin het Coalitieakkoord 2022-2026 Zorgzaam – Duurzaam – Koersvast is verwerkt. In de begroting staan onze beleidsvoornemens voor de komende jaren, de financiële vertaling daarvan voor het jaar 2023 en een financiële doorkijk naar de jaren daarna.

In artikel 189 van de Gemeentewet staat dat u er als raad op toeziet dat de begroting sluitend is. Dat betekent: reëel en blijvend in evenwicht. De begroting die wij u voorleggen, voldoet aan die wettelijke eis: alle jaren sluiten met een overschot. Daarmee blijven we op de vorig jaar ingezette route met een solide, duurzaam gezonde financiële positie. Het doet ons goed dat wij u dit jaar een begroting kunnen voorleggen met ruimte voor ambities, terwijl de lastendruk voor onze inwoners ten opzichte van het landelijk gemiddelde daalt.

Wat is er nieuw in deze begroting?

In de kaderbrief van juli 2023 stond dat we u in deze begroting zouden voorstellen om de indeling in programma’s gelijk te houden aan die van de afgelopen jaren. Die indeling past bij de opzet van het coalitieakkoord. De opzet is in de afgelopen jaren goed bruikbaar gebleken en het vasthouden hieraan voorkomt een (tijdrovende) herinrichting van de financiële systemen. Binnen die indeling hebben we een aantal veranderingen doorgevoerd die de kwaliteit en de leesbaarheid van de begroting ten goede komen.

De ambities en doelstellingen zijn geactualiseerd
Binnen de begrotingsprogramma’s worden, net als voorgaande jaren, de eerste twee W-vragen ‘Wat willen we bereiken’ en ‘Wat gaan we daarvoor doen’ beantwoord. De antwoorden op die vragen waren tot vorig jaar volledig gebaseerd op het Coalitieakkoord 2018-2022. In deze begroting zijn de antwoorden daarom geactualiseerd – op twee manieren:

  • Op basis van het Coalitieakkoord 2022-2025 Zorgzaam – Duurzaam – Koersvast zijn voor ieder begrotingsprogramma een beperkte set ambities geformuleerd. Deze ambities zijn voorzien van doelstellingen en activiteiten uit het coalitieakkoord. Daarbij staat ook het jaartal waarin deze ambities aan de orde zijn.
  • Nieuw is dat de doelstellingen en activiteiten niet alleen afkomstig zijn uit het Coalitieakkoord, maar dat deze ook verbonden zijn met doelen en voornemens die de raad eerder heeft vastgelegd in visies en beleid, zoals de Visie Sociaal Domein, de Omgevingsvisie, het Programma Wonen enzovoorts.

De weergave van de ambities is ook aangepast. De eerste en tweede W-vraag staan in een tabel. In de komende jaren willen we deze weergave verbeteren naar een structuur met het karakter van een doelenboom. Op die manier kunnen gemakkelijker onderlinge relaties worden gelegd tussen activiteiten en doelen, omdat het regelmatig voorkomt dat we met een activiteit bijdragen aan meerdere doelstellingen. Ook wordt het daardoor gemakkelijker om aan te geven of doelen en activiteiten afgerond zijn.

Met deze nieuwe opzet van de eerste twee W-vragen leggen we een goede basis om straks in bestuursrapportages en jaarstukken duidelijker verantwoording aan u af te kunnen leggen over het complete werkterrein van de gemeente.

De taakvelden in het sociaal domein zijn opnieuw ingericht
Gemeenten werken met wettelijk verplichte taakvelden in de begroting. Zo is het mogelijk om gemeentelijke begrotingen met elkaar te vergelijken en realisaties mogelijk te maken. In de afgelopen jaren werkten de gemeenten met een beperkt aantal taakvelden in het sociaal domein: vrij grofmazig en niet altijd even bruikbaar voor een heldere verantwoording van colleges aan raden. Deze zomer hebben de ministeries van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een nieuwe, meer verfijnde, indeling van taakvelden voorgesteld. Hierbij zijn de vijf taakvelden voor individuele voorzieningen Wmo en Jeugd opgedeeld in negentien nieuwe taakvelden. Verder hebben twee bestaande taakvelden een nieuwe naam gekregen om te verduidelijken waarvoor deze bedoeld zijn.

Ten opzichte van de Begroting 2022 zijn de budgetten daarom opgedeeld en opnieuw ingericht conform de nieuwe taakveldindeling. Dat heeft budgettair gezien een neutraal effect. Wij wilden de middelen zo realistisch mogelijk toerekenen aan de nieuwe taakvelden, maar de tijd tussen aankondiging en opname in de begroting was relatief kort. Het Rijk heeft 2023 aangemerkt als overgangsjaar. 2023 gebruiken wij om te monitoren of en zo ja in welke mate bijstelling van de geraamde middelen op de nieuwe taakvelden nodig is. Meer hierover vindt u terug in begrotingsprogramma 5 Wmo, jeugdzorg en Participatiewet.

De beschrijving van de verbonden partijen is aangescherpt
Net als in vorige jaren zijn in ieder begrotingsprogramma de verbonden partijen opgenomen die aan dat programma verbonden zijn. Nieuw is dat duidelijker omschreven wordt welke bijdrage die verbonden partij levert aan dat begrotingsprogramma – in plaats van een algemene omschrijving van de activiteiten waaraan die verbonden partij werkt. Die activiteiten zijn immers al gedetailleerder en actueler opgenomen in de eigen planning & controlcyclus van die verbonden partij zelf.

De beschrijving van de verbonden partijen in paragraaf 5 geeft vanaf dit jaar duidelijker het verloop van het vermogen weer over drie boekjaren. Daarmee sluiten we beter aan bij de regelgeving uit het Besluit begroting en verantwoording.

Paragraaf 7 Bedrijfsvoering is aangevuld met twee nieuwe wettelijke verplichtingen

De gemeente heeft te maken met een aantal nieuwe wetten, die ervoor zorgen dat er twee nieuwe vaste onderwerpen zijn opgenomen in paragraaf 7 Bedrijfsvoering.

  • De Wet open overheid (Woo) schrijft voor dat bestuursorganen in hun begroting vanaf 2023 aandacht moeten besteden aan de beleidsvoornemens rond de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording vanaf 2022 verslag doen van de uitvoering ervan. Daarnaast krijgt de gemeente in 2023 te maken met de Wet elektronische publicaties (Wep) en de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv). Daarom is in programma 7 het onderdeel ‘Digitaal toegankelijke en transparante overheid’ toegevoegd, waarin wordt uitgelegd hoe de gemeente hiermee omgaat.
  • Vanaf het boekjaar 2023 is het college wettelijk verplicht om verantwoording af te leggen over de rechtmatigheid van haar uitvoering. Dat oordeel wordt nu door de accountant gegeven. Over wat dit betekent voor de organisatie, is in paragraaf 7 het onderdeel ‘Rechtmatigheid’ opgenomen.

Paragraaf 8 over Duurzaamheid is toegevoegd
Hoewel dit wettelijk niet verplicht is, kiezen we ervoor vanaf dit jaar een paragraaf 8 over Duurzaamheid toe te voegen aan de begroting. Dat doen we vanwege het integrale karakter van de klimaat- en duurzaamheidsopgave, die vrijwel alle programma’s van deze begroting raakt. In paragraaf 8 hebben we voor de overzichtelijkheid voor uw raad de belangrijkste onderdelen op het gebied van duurzaamheid verzameld. Deze paragraaf zal de komende begrotingen verder worden ontwikkeld, waarbij ook centraal gerapporteerd wordt over de financiële cijfers. Overigens stellen wij u in begrotingsprogramma 3 Fysieke Leefomgeving voor een bestemmingsreserve te vormen voor de financiering van deze opgave in de komende jaren.

Wat zijn de belangrijkste voorstellen in deze begroting?

Deze begroting is een omvangrijk document en er is een grote hoeveelheid voornemens, doorrekeningen en ambities verwerkt. Voor de overzichtelijkheid lichten we hierna de belangrijkste voorstellen uit deze begroting toe.

1. We stellen voor behoedzaam om te gaan met de forse bedragen die het Rijk ons in mei heeft toegezegd.
In deze begroting vindt de formele financiële doorvertaling plaats van de Meicirculaire 2022 – die een fors positief effect heeft op onze financiële positie. In de raadsinformatiebrief hierover (RIB-43, in juli 2022 op uw raadsagenda) gaven wij al aan dat we een risico zien in dat financieel perspectief. Het Gemeentefonds lift ‘trap op’ nu mee met het flinke uitgavenpakket van het Rijk voor de komende jaren. Maar er is een reële mogelijkheid dat het Rijk in de nabije toekomst besluit tot inperking of uitstel van uitgaven. In dat geval gaat onze Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds ook weer mee 'trap af'. Om te voorkomen dat we in dat geval in de knel komen met geplande uitgaven, stellen we voor om behoedzaam te zijn met het inboeken van de voordelen uit deze circulaire. In deze begroting stellen we u dan ook voor om een stelpost behoedzaamheid op te nemen ter hoogte van € 750.000 voor de jaren 2023 en 2024, aflopend naar € 500.000 voor 2025.

Overigens is in deze begroting de septembercirculaire van het gemeentefonds nog niet verwerkt. Dat is gebruikelijk. De septembercirculaire verschijnt meestal op een te laat moment om in het meerjarig perspectief te kunnen verwerken. We analyseren de effecten van de septembercirculaire zo snel mogelijk en verwerken die informatie in een raadsinformatiebrief. Daarmee kunt u bij de begrotingsbehandeling beschikken over alle informatie die nodig is om een afgewogen besluit te nemen.

2. We stellen voor een aantal heroverwegingen te herzien in het licht van het nieuwe financiële perspectief en de praktijk van de realisatie
Vorig jaar heeft uw raad besloten tot een aantal heroverwegingen waarmee de Begroting 2022 en de Meerjarenraming 2023-2025 sluitend gepresenteerd konden worden. Een deel van die heroverwegingen zou vanaf 2022 en een deel vanaf 2023 gerealiseerd moeten worden. Het financieel perspectief van de nu voorliggende begroting biedt – zelfs wanneer we hiermee behoedzaam omgaan – de mogelijkheid om de noodzaak van deze heroverwegingen kritisch te bezien. Wij stellen u in dat licht in deze begroting voor om een aantal heroverwegingen niet door te laten gaan en per 2023 in te trekken:

  • Halveren bijdrage aan opvang van (zwerf)dieren
  • Niet meer meedoen aan Boomfeestdag
  • Vertragen verledden van lichtmasten
  • Halveren bijdrage aan Laanboompact alleen in 2023
  • Taakstelling op de ambtelijke organisatie

Daarnaast blijken in de praktijk niet alle heroverwegingen realiseerbaar voor het vorig jaar vastgestelde bedrag. Daarom stellen we u in deze begroting voor om het bedrag van twee heroverwegingen te verlagen:

  • Verhogen inkomsten toeristenbelasting
  • Efficiëntere inzet Avri in het beheer openbare ruimte

De uitleg van deze voorstellen treft u aan onder de vraag ‘Wat mag het kosten’ in de bijbehorende begrotingsprogramma’s

3. We stellen voor een stelpost op te nemen voor beleidsvoornemens en nieuwe ambities
In deze begroting leggen wij u een aantal meerjarig uitgewerkte voorstellen voor nieuw beleid en ambities voor. Zo is in deze begroting de financiële doorvertaling van de uitbreiding van het Pantarijn opgenomen, evenals de nieuwbouw van de nieuwe VCOG-school in Kesteren, de herinrichting van jongerenontmoetingsplek de Ples en de overige voornemens voor de uitvoering van de motie ‘Jongerenwerk en veiligheid’, de doorvertaling van het Meerjaren Baggerplan, de uitbreiding van het collectief preventief aanbod, de vorming van een bestemmingsreserve voor Duurzaamheid en de start van het traject om lokale verenigingen en stichtingen te ondersteunen.

Tegelijkertijd hebben we te maken met onduidelijkheid van het Rijk over onze inkomsten op de lange termijn. En we kunnen op dit moment nog geen meerjarig effect doorrekenen van de realisatie van het Multifunctioneel Centrum in Dodewaard, overige onderdelen van het Integraal Huisvestingsplan voor onderwijs (IHP), de Randweg Opheusden en een aantal andere ambities uit het coalitieakkoord.

Omdat deze begroting wel budgettaire ruimte biedt voor nieuwe ambities, stellen we voor om een stelpost op te nemen voor nieuw beleid en nieuwe ambities, oplopend van € 1.250.000 voor 2023 naar € 1.500.000 in 2026. We houden hiermee expliciet ruimte in onze begroting voor de realisatie van voornemens die ten goede komen aan onze gemeente en gemeenschap. De voorstellen hiervoor leggen we u voor in de Kadernota 2024, in juli 2023.

4. We stellen voor om de ambtelijke organisatie te versterken door de formatie daarvan incidenteel en structureel uit te breiden
In het afgelopen jaar hebben raad en college elkaar meerdere keren gesproken over de personele krapte in de ambtelijke organisatie. Eind 2021 leidde dat ertoe dat het college met het management afspraken heeft gemaakt om tijdelijk prioriteiten te stellen in werkzaamheden. Uw raad heeft in 2022 twee keer een besluit genomen om budget beschikbaar te stellen voor tijdelijke formatie-uitbreiding. Ondertussen zijn onderzoeken uitgevoerd naar de oorzaken van de personele krapte. De uitkomsten van die onderzoeken bevestigen de disbalans tussen de hoeveelheid werk en de beschikbare capaciteit.

Zoals beloofd, maken we in deze begroting inzichtelijk wat voor de komende jaren nodig is om de organisatie op peil te brengen en blijvend te versterken. Dat voorstel is in paragraaf 7 Bedrijfsvoering uitgebreid toegelicht en omvat vijf onderdelen:

  1. een investering in de organisatie door een structurele formatie-uitbreiding,
  2. een verdere versterking van de organisatie door de formatie tijdelijk voor drie jaar uit te breiden,
  3. vanaf 2023 vorming van een jaarlijks wendbaarheidsbudget voor het snel en tijdelijk oplossen van knelpunten en onverwachte ontwikkelingen,
  4. vanaf 2024 een jaarlijkse groei van de formatie om de groei van de gemeente bij te houden,
  5. inzet van middelen uit de meicirculaire 2022 voor versterking van de formatie voor de uitvoering van enkele specifieke taken.

5. We stellen voor om de onroerendezaakbelasting (ozb) te indexeren met een lager percentage dan het huidige inflatiecijfer
Bij de vaststelling van de Begroting 2021 heeft uw raad besloten dat de onroerendezaakbelasting (ozb) de komende jaren jaarlijks wordt geïndexeerd met het inflatiepercentage. Het inflatiecijfer loopt de afgelopen maanden echter hoog op; onze inwoners zien hun dagelijkse uitgaven flink stijgen. In deze tijd vinden wij het daarom niet wenselijk om ook de ozb met het huidige inflatiecijfer te laten meestijgen. Daarom stellen we in deze begroting voor om het inflatiepercentage voor de ozb aan te houden uit de meest recente meicirculaire: 3%. Daarmee kunnen we er bovendien voor zorgen dat de lastendruk voor onze inwoners ten opzichte van het landelijk gemiddelde opnieuw lager wordt.

6. We gaan er in deze begroting van uit dat de Omgevingswet per 1 januari 2023 in werking treedt, maar dat de raad hierover in december nog de (financieel) benodigde besluiten neemt
Door de komst van de Omgevingswet verandert een deel van de gemeentelijke legesstructuur. De inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2023 is echter nog niet zeker. De Eerste Kamer besluit hierover op 15 november – dus na het moment waarop uw raad deze begroting behandelt. Uitstel van raadsbehandeling is niet wenselijk, wettelijk is immers vastgelegd dat het college de door de raad vastgestelde begroting vóór 15 november aan Gedeputeerde Staten van Gelderland stuurt.

Om dubbel werk te voorkomen, zijn we in deze begroting voor de leges uitgegaan van de situatie zonder Omgevingswet. Wanneer de Eerste Kamer besluit dat de wet inderdaad op 1 januari 2023 in werking treedt, leggen we uw raad voor de cyclus van december een besluit voor over de legesverordening waarin de Omgevingswet is verwerkt. De financiële effecten worden verwerkt in een begrotingswijziging bij die legesverordening. Op deze manier vindt alsnog tijdige verwerking in de begroting plaats.

Wat is het financieel effect van deze begroting?
Op hoofdlijnen ziet de financiële positie van deze begroting er als volgt uit.

Hoofdlijnen financiële positie gemeente Neder-Betuwe

begroting

begroting

Meerjarenraming

Bedragen x € 1.000,-

2022

2023

2024

2025

2026

Geraamd resultaat bestaand beleid

84

-920

-435

-854

-854

Nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen

466

-1.172

-2.261

722

Geraamd resultaat bestaand en nieuw beleid, ontwikkelingen, ambities en heroverwegingen

84

-454

-1.607

-3.115

-132

Tot slot

We leven in een woelige tijd. De afgelopen jaren volgden de crises elkaar in rap tempo op en het ziet er voorlopig niet naar uit dat het rustiger wordt. Het vertrouwen van de samenleving dat politiek en bestuur voor al die vraagstukken een goede aanpak kiezen, daalt. En het zijn onzekere tijden voor onze inwoners, die onder andere te maken hebben met verlies van koopkracht en woningnood. En er komen grote veranderingen op hen af op het gebied van klimaat, energie en stikstof.

Onze begroting laat zien dat Neder-Betuwe onverminderd ambitieus is. Tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat de toekomst zich - ook op relatief korte termijn - lastig laat voorspellen. De kans is groot dat er in 2023 ook onverwachte grote gebeurtenissen zijn, die er wellicht voor zorgen dat we onze plannen (al dan niet tijdelijk) moeten aanpassen. Er wordt ook de komende tijd veerkracht van ons verwacht.

Wij zien uit naar de raadsbehandeling van deze begroting. Uw raad mag zich in het werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met ons bidden om kracht en Gods zegen voor u.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

De secretaris,   De burgemeester,

Gerrit Stam              Jan Kottelenberg

Deze pagina is gebouwd op 10/17/2022 16:10:08 met de export van 10/17/2022 15:56:04