Wettelijk kader
De gemeentelijke regelgeving over de financieringsfunctie is gebonden aan algemeen geldende wettelijke kaders, waaronder de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV), de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO), de ministeriële regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) en het Treasurystatuut 2016.
Als gevolg van artikel 212 van de Gemeentewet is de gemeente verplicht een financiële verordening te hebben. Tevens moet de gemeente op grond van artikel 186 van de Gemeentewet een paragraaf financiering opnemen bij een begroting en bij het jaarverslag. In de financiële verordening worden de kaders van het beleid vastgelegd. Zowel de financiële verordening als de paragraaf financiering worden door de gemeenteraad vastgesteld. Het is gebruikelijk dat de kaders vervolgens worden uitgewerkt in een treasurystatuut.